Als ik aan Vlissingen denk, denk ik aan Intussen heb ik bericht gehad van Peter Feij, 
www.vlissings.web-log.nl, dat de tekst van de hand van zijn vader, Chris Feij is.

De tekst bestond uit 3 A4-tjes getypte tekst en dan nog een kopie van een kopie.
Er zullen dus wel namen verkeerd zijn overgenomen.

Aanvullingen, de verklaringen en verbeteringen alsook  bijbehorende foto's zijn welkom,
mail naar frank@frankviergever.nl
dan kan ik proberen met verwijzingen en links de teksten te verklaren.
Alvast bedankt.


 

 


 De 150-tons kraan en de scheepjesbrug
 dr. Staverman en pension Schütz.
 't kleine dokje en notaris Paap.
 de sigarenwinkel van De Vries en de bloemisterij Van Witte.
 het Postkantoor met 3 bestellingen per dag.
 de winkel van Langwerden en de katholieke kerk.
 de bank van Siegers en de Nieuwe Kerk.

 dan denk ik aan

 Au bon Marché en het Leger des Heils.
 Concertgebouw, Gebr. Ots en het Corner House.
 't Kalkhokstraatje, gasfabriek en slager Imanse.
 Brasch & Rothenstein en de stationstram.
 de Necklenburg, de D-trein en de Koninklijke wachtkamer.
 de Noord Brabant en de parade op 31 augustus.
 de Laagte en de stank van de Nedpam.
 de blikfabriek en de Koningsweg.
 Polak, Plouvier en kapitein Van der Slikke.
 de gietijzeren pisbak en Gez. Motkee.

 dan denk ik aan

 schar, schardijn en scharretjoe.
 de kastanjebomen in bloei op het bellamy.
 de muziektent en De Witte Ballons.
 de winkel van Ovaa en De Oude Vriendschap.
 De Vey Mesdagh en het Predikbeurtenblad.

 aan

 bakker Francken en groentenman Rammeloo
 aan Jamin, Beniest en Bouman Noach.
 koster Van Sabben en aan Delvoy.

 dan denk ik aan

 Bisschoff en Van de Burg.
 aan Goetheer en de bieb in de Nieuwstraat.
 aan de Luxor en 't Gasthuis.
 aan Heine Boeboe en Suze van 't Pannekot.
 de Gezusters Bebelaar en smid Geldof.
 Toussaint, Grool en slager Van der Stee
 en aan de stank van het beslaan van paarden.
 aan Wegeling's Nieuwsblad en aan de horlogewinkel van Vulling.
 aan Noordstraat 34 en de Kromme Elleboog.

 dan denk ik aan

 de Hefa en de speelgoedwinkel van Kamermans.
 aan De Wijs en de kiosk op de Kleine Markt.
 de geur van koffie bij De Gruyter.
 de Tijdinghal en apotheek Ockenburg.
 de lichtreclame Even tijd voor een Caravellis.
 aan Manse Damave en Jo van Boven's Magneet.
 aan Rabbers en De Kleine Winst.
 aan Frans Timmerman en George van Dalsum.
 en aan Altby, Zandee, Salet Prins en Kreymborg.
 aan Muste, de Ooievaar en Speckens.
 aan De Visser, Adam kwam en zag van Verre, Schmelzer en Labruyère.
 en aan de tuintjes voor de huizen in de Coosje Buskenstraat.
 aan de Ci-Tax en Gerrit de Kat.
 aan het huis van Dr. Wolters en het tramkotje midden op het plein.
 dan hoor ik het knarsen en piepen van de tram en de herrie van het klinken op de helling.



 

   dan denk ik aan

 de garage van Van der Hout en het open vuur in de smederij van Semmeijer.
 dan denk ik aan de tamboer-maître Lambrechts en de slager De Hamer en Van Hal.
 het café van Jan Verbeek en de Gobi.
 het Engelse kerkje, het winkeltje van König en het tramkotje van de Domburgse tram.
 dan denk ik aan de fietsenwinkel van Paauwe, bakkerij De Broederband
 en garage De Onderneming van Joris Kolijn.
 dan denk ik aan wasserij Triton en Pennok.
 en aan de aapjes in de speeltuin l'Union.
 dan denk ik aan de hoge bomen in het villapark
 en de steile helling achter het Willemientje.

 dan denk ik aan

 boekhandel Bongers en kruidenier Koolwijk.
 aan De Looff, de Unie, Eigen Hulp, Roelse en Kopmels.
 maar ook aan de viswinkel van Haarsma, aan Quist, Zietse, Noom
 v.d. Sande, wed. Groen, de Broederband en de fietsenwinkel van Hansen.
 dan denk ik aan de Koena en de nonnen van St. Joseph.
 maar ook aan Avot en slager Krijger
 en aan V.T.V., L.O., C.N.W.O. en aan Leen van der Steen.
 aan Van Woelderen, Rorije, Van Pooperingen, Casignet en De Pier.
 aan dr. Vermaas, Smit, Wolters en Detmar.

 dan denk ik aan het Ouwen Wijven trapje
 en aan Bert van Dinteren, de blonde zigeuner op het terras van Brit.

 dan ruik ik de geur van de cornets van Van der Linde opstijgend
 uit het winkelgalerijtje op het Badstrand.
 ik hoor de muziek op een zomeravond in de muziektent
 en denk ik aan de schilderijen in Kunstkring Het Zuiden.
 dan zie ik de dansende mensen in het Willemientje, hoor de muziek
 in de Vic en loop in gedachten rond het Haventje van Meijer.
 dan denk ik aan het wachten op de golven van de mailboot.
 ik denk aan de speeltuin van Clouting in de Boschweg,
 de marechausseekazerne in de Bloemenlaan en de eerste Oranjeschool.

 dan denk ik aan pa Belger en ds. Hartjes en de zondagsschool van juffr. Ter Woert.
 ik denk aan Ibis shag, Fifty-Fifty en Rode Ster.
 aan een zak frites van 5 ct., een tompouce van 5 ct., een cocosmacroon van 3 ct.
 en een eierkoek van 2 ct.
 dan denk ik aan de Burgeravondschool en Stieren-avond.
 dan denk ik aan paard en wagen van Van Gend & Loos, de sleperskarren
 en de bakkerskarren en aan de handkarren.
 juffr. Zevenhuizen en Zuster Lize.
 aan Ons Genoegen en St. Caecilia en hossen vóór de muziek.
 ik denk aan de Verkade plaatjes en dekken met sigarettenmerken.
 aan prikken, prikken voor een cent en aan een gelukstoffee.

 aan Torbijn, De Gouden Nagel, bibliotheek Hulstman in de Dirk Dronkerstraat.
 ijssalon La Venezia, Jo de Roo, Determeijer waar alle blikken de uniformen kochten.
 het Strandhotel, de huishoudschool, de ULO in de Coosje Buskenstraat.
 de HBS, het Badhuis en V&D, het winkeltje van gore Anna in de Hobeinstraat.

 Als ik aan Vlissingen denk,
 dan denk ik aan alles wat is geweest en nooit meer terug komt.